De historie van de vereniging:

geschi1

"In een voorvergadering van den R.K. Jongen boerenstand werd besloten om tot oprichting ener Rijvereniging. Zij die lid van den R.K. Boerenbond en R.K.J. Boerenstand zijn, kunnen zich opgeven als lid van de Rijvereniging. Ook niet-leden dezer verenigingen kunnen lid worden der Rijvereniging en zijn dan Honorair lid. Zij genieten alle voordelen maar zijn niet stemgerechtigd."

Deze tekst aan het begin van de notulen van de oprichtingsvergadering van de Landelijke Rijvereniging "Sint Jacobus", gehouden op 1 maart 1945, geeft de eigenlijke start van de vereniging aan. Zoals bij zovele verenigingen, vindt ook de rijvereniging haar oorsprong in de standsorganisaties die, veelal op voorspraak van de geestelijkheid, op verschillende gebieden zorgden voor het wel en wee van hun leden.

 

 

De directe aanleiding voor de oprichting is niet te achterhalen. In de omgeving van Den Dungen waren al enkele rijverenigingen actief. Ook uit de parochie Den Dungen waren al jongelui lid van de vereniging in de buurgemeente. Er was duidelijk behoefte aan een eigen vereniging in in de parochie Den Dungen. Met name de toenmalige pastoor Van den Hellenberg Hubar was een groot voorstander van een rijvereniging. Hij vond een rijvereniging niet te missen in een dorp, want bij "feestelijkheden en optochten geven deze dadelijk een heel ander cachet aan den stoet".

geschi2In de bewuste voorvergadering, de datum is helaas niet bekend, werden de nodige voorbereidingen getroffen voor het officieel oprichten van de rijvereniging. Uit de aanwezigen werd een voorlopig driekoppig bestuur gekozen met Jos Danen als voorzitter, Joh. Smits als secretaris en Jo Pijnappels als penningmeester. Mr. F.J.J.L. van Lanschot, burgemeester, fungeerde als commandant en uiteraard was Pastoor van den Hellenberg Hubar, geestelijk adviseur.

 

 

 

geschi3

Voor de eigenlijke oprichtingsvergade- ring op 1 maart 1945, hadden zich vierentwintig leden opgegeven. Een respectabel aantal om een vereniging mee te beginnen. In gezamenlijk overleg werd de vereniging "onder schutsche" gesteld van Sint Jacobus en werd de contributie per lid vastgesteld op vijf gulden per jaar. Wie de vereniging financieel wilde steunen kon "donateur" worden voor een bedrag van tenminste F. 2,50 per jaar. Met een lagere bijdrage werd men beschouwd als "begunstiger". Als oefenmiddag werd de zondagmiddag aangewezen, echter "wel rekening houdend met de H. Familie". Voor het oefenen werden terreinen beschikbaar gesteld door Piet van Bokhoven en Joh. Smits, beiden aan het Grinsel. Tijdens de oprichtingsvergadering stelde men vast, dat elke drie maanden een verplichte rit gehouden zou worden. Van wie niet deelnam aan deze ritten zou een boete van 1 gulden worden gevorderd.